Dit schilderij wekt stroom op

Terug naar overzicht

08-10-2018

Dit schilderij wekt stroom op

Omdat het oog ook wat wil, werken fabrikanten van zonnepanelen aan alternatieven voor die saaie blauwe en zwarte platen. Van onopvallend tot echte aandachtstrekkers.

Toen zonnepanelenbouwer Kameleon Solar een paneel met daarop Het melkmeisje van ­Johannes Vermeer naar Zuid-Korea stuurde, kwam er een mail terug. Er moest iets zijn misgegaan ­tijdens het transport, in de ­afbeelding zaten vlekjes op de muur. Directeur Guust Verpaalen kan er nog om lachen. ‘Die heeft Vermeer toch echt zelf zo geschilderd.’

Het melkmeisje illustreert mooi dat een zonnepaneel niet langer een fantasieloze blauwe of zwarte plaat hoeft te zijn. Al is zo’n schilderij wel een beetje spierballenvertoon. De meeste gekleurde panelen die Kameleon Solar bouwt hebben één kleur en zijn niet zozeer bedoeld om mooie sier mee te maken, maar juist om niet op te vallen, zegt Verpaalen. Veel klanten verwerken ze in gevels van gebouwen waar zwart of blauw lelijk bij zouden afsteken.

Naast panelen in vrijwel elke denkbare kleur bestaan er al (bijna) doorzichtige varianten, bruikbaar voor ramen of glazen gebouwen, en ­dakpannen waarin zonne­cellen zijn geïntegreerd. ­Andere alternatieven, zoals flexibele zonnefolie, zitten nog goeddeels in de testfase.

Het zijn nog nicheproducten. Maar dat gaat veranderen, verwacht Wim Sinke, hoog­leraar zonne-energie aan de Universiteit van Amsterdam en vanuit TNO betrokken bij Dutch Solar Design, een ontwerpproject voor zonnepanelen. ‘Wil je grote hoeveelheden zonne-energie opwekken in een dichtbevolkt land als ­Nederland, dan komt die ­opwekking onherroepelijk in het zicht te liggen. En duurzame energie is belangrijk, maar niet het enige belangrijke in onze samenleving. Ook het landschap en de leefomgeving doen ertoe.’

Voor het aanzicht

Waar de industrie er tot nog toe op gericht was zonnepanelen zo goedkoop mogelijk uit de fabriek te knallen, ziet Sinke de aandacht verschuiven naar andere aspecten, ­zoals het uiterlijk. In veel ­gevallen volstaan volgens hem de goedkopere blauwe en zwarte zonnepanelen. Maar voor sommige in het oog springende plekken, zoals de eerder genoemde gevels, is er vraag naar elegantere mogelijkheden. Sinke bemerkt steeds meer interesse bij ­beleidsmakers, woningcorporaties en architecten. Zo is de verduurzaming van historische panden zonder afbreuk te doen aan het aanzicht een serieus thema bij de Rijksdienst voor het Cultureel ­Erfgoed, zegt een woordvoerder. Onder meer stroomopwekkende dakpannen en doorzichtige panelen zijn daarbij in beeld.

Maar schoonheid kent een prijs. Niet alleen zijn mooiere varianten duurder in de aanschaf, ze leveren ook minder elektriciteit op. Zo hebben de kameleonpanelen doorzichtige glasplaten waarin kleurenpixels zijn verwerkt. In combinatie met de zwarte ­achtergrond levert dit de gewenste kleur op. De stroomopwekkende zonnecellen zitten ertussen geklemd. Ondanks een zo laag mogelijke bedekking vangen de pixels licht af dat anders stroom had opgeleverd. Daarom hebben de panelen een opbrengst van 75 tot 90 procent van een normaal zonnepaneel. In het geval van Het melkmeisje gaat het om zo’n 65 procent, omdat voor zo veel detail meer pixels nodig waren.

Peter Desmet, directeur van zonnepaneelgroothandel ­Solarclarity, betwijfelt daarom sterk of stijlvollere alternatieven ooit de status van nicheproduct zullen ontgroeien. ‘Ze zijn duur en je verliest efficiëntie, ik denk dat weinig mensen hiervoor zullen kiezen.’

Elegant en massaproduct

Zelf ziet hij meer in zwarte panelen zonder de opvallende zilverkleurige roosters en randen, die nu al steeds meer de standaard worden. Relatief elegant en toch een massaproduct. Van mooie of monumentale gebouwen moet je wat hem betreft gewoon afblijven. Alleen van de doorzichtige panelen heeft hij goede verwachtingen, bijvoorbeeld bij de bouw van hoge kantoorpanden met veel glas.

UvA-hoogleraar Wim Sinke is hoopvoller. Naarmate de vraag stijgt en de productie grootschaliger en verder geautomatiseerd wordt, zal stijlvol zonne-energie opwekken voor meer mensen bereikbaar worden, hoopt hij. Bovendien concurreren gekleurde gevelpanelen niet in alle gevallen met traditionele zonnepanelen, maar met gevelbekleding die geen energie opwekt. Dan kunnen de kostenverschillen minder groot zijn. In zulke gevallen gaat de keuze vaak tussen mooie, minder efficiënte panelen of helemaal geen panelen. Over een paar jaar zou de vraag bij kopers al kunnen spelen: hoe moeten mijn zonnepanelen er eigenlijk uitzien?

Uiteindelijk voorziet Sinke een toekomst waarin architecten en woningbouwers volledig flexibel zijn in het opwekken van zonne-energie. Panelen, dakpannen of buigzame stukken folie met alle mogelijke vormen, kleuren, patronen en structuren. ‘Een zonnepaneel is dan niet langer alleen een zonnepaneel, maar een ontwerpelement dat ook nog eens stroom oplevert.’